Autorondreis Italië

Veysonnaz – Cinque Terre – Zuid Toscane – Bracciano – Pompeï – Amalfikust – Pizzo – Scilla – Stromboli – Tropea – Ceglie Messapica – Lecce – Abruzzo – San Marino – Arezzo – Gardameer – Prato – Straatsburg

 

 

Dan is het eindelijk zover, de zomervakantie is begonnen. De grote reis naar en door Italië begint om 12 uur vandaag. Onze eerste rit is naar Redu in België bijna aan de Luxemburgse grens. De zomerdrukte is goed te merken op de snelweg. Bij Antwerpen is het al redelijk druk en de lange wegwerkzaamheden op de E411 zorgen ervoor dat we toch weer een uur langer over de rit doen dan normaal.

Aangekomen begint het spontaan te spetteren en gaan we snel naar binnen. Na wat drinken en een sanitaire stop is het tijd om de benen even te strekken. We maken we een heerlijke wandeling richting de Lesse en via, zoals wij het noemen, het Indianenpadje weer terug naar het dorp. En met dat kleine beetje regen ruikt het bos gelijk heel lekker.

Inmiddels is het al 19 uur en tijd voor het eten, we gaan heel vroeg naar bed, want morgen wordt een lange dag in de auto. Dus vroeg vertrekken. Op naar Zwitserland.

Veysonnaz

Vanaf Redu rijden we in ruim 8 uur door Frankrijk naar Zwitserland. Af en toe wat file en een enkele wegwerkzaamheid, maar verder prima te doen. Aangekomen worden we gelijk uitgenodigd op het terras van onze host voor een heerlijk glas verse huisgemaakte limonade en wat hapjes. De zon die we de hele dag hebben gezien, vertrekt achter de wolken en uiteindelijk gaat het veel en hard regenen. Maar men belooft ons dat het morgen weer prachtig weer is, zodat we prima kunnen wandelen.

Ons huis is van alle gemakken voorzien en we maken ’s morgens lekker Hollandse wentelteefjes van alle meegenomen spullen. Zwitserland is heel duur en daarom hebben we al ons eten meegenomen vanuit huis. Met een tas vol picknickspullen vertrekken we richting de kabelbaan. Een wandeling van 20 minuten en dan 15 minuten met de kabelbaan. Vervolgens is het even zoeken naar de juiste weg. Het is een pad met uitdagingen, af en toe steil en smalle paadjes met diepe afgronden. Maar je wordt ook iedere keer weer beloond met geweldige uitzichten. We komen zelfs  nog wat sneeuw tegen. Een mooi rondje van 15 km. Moe maar voldaan komen we weer terug bij de kabelbaan. Beneden is het nog 30 minuten lopen naar ons heerlijke huisje. Tijd voor een late lunch (17.00 uur) en de broodjes knakworst gaan er dus prima in.

’s Avonds lekker relaxen, spullen weer gereed maken voor onze tocht morgen naar Cinque Terre. Een rit van 5 uur. En Fabien, de host van ons verblijf, heeft ons ervan overtuigd om de pas te nemen en niet de tunnel.

Cinque Terre

Na Zwitserland hebben we koers gezet naar Italië en onze eerste stop is Cinque Terre. Via de St. Bernardpas rijden we in 6 uur naar Levanto. Onderweg hebben we vreselijk noodweer gehad. Zo erg zelfs dat we de auto op de vluchtstrook moesten zetten, omdat we niets meer konden zien. Eenmaal in de buurt van Genua rijden we van tunnel naar tunnel. Het zijn er wel meer dan 100 denk ik.

Aangekomen bij ons mooie hotel op de berg boven het stadje Levanto stopt het met regenen. We nemen een duik in het zwembad met een prachtig uitzicht en zoeken daarna in het stadje een restaurantje. Het stadje is erg gezellig met veel leuke tentjes, winkels etc.

De volgende ochtend gaan we op pad. We hadden een leuk plan gemaakt voor het bezoek van de verschillende stadjes. Je kunt de Cinque Terre bezoeken met de boot en met de trein. De stadjes zijn het mooist vanaf het water, maar ja, dan moet je wel goede zeebenen hebben. En wat blijkt, dat hebben wij nou net niet. We wilden tot Portovenere varen en vanaf daar steeds met de boot een plaatsje terug. Je mag namelijk met een dagkaart van €35,- met de boot overal uitstappen en weer opstappen. Als de boot tenminste vaart, want dat was op het einde van de dag niet meer zo, omdat de golven te hoog waren en de boot niet meer kon aanleggen.

De boot gaat vanuit Levanto om 10.00 uur weg en het is ruim 1 uur varen naar Riomaggiore, waar we uitstappen. Een leuk dorpje dat steil tegen de heuvel is aangebouwd met allemaal kruip-door-sluip-door straatjes. Huisjes in diverse kleuren en natuurlijk winkeltjes en restaurantjes. Een fijne plek voor een drankje en de lunch.

Door alle zeeziektes besluiten we om een dagpas voor de trein erbij te kopen en met de trein terug te gaan. Een dagpas voor 1 volwassene koop je voor €16,- of je koopt een familiekaart voor €46,- (2 volw + 2 kinderen onder de 12 jaar). De treinen gaan om het half uur en stoppen in ieder stadje.

Onze volgende stop is Manarola. Dit dorpje vond ik het leukste. Nog meer gekleurde huisjes, steilere straatjes en veel winkeltjes. Je kunt hier ook een stuk van het oude, bekende wandelpad lopen, maar dat is sinds een paar jaar grotendeels gesloten uit veiligheidsoverwegingen. Een klein stukje mag nog en dan kun je wel schitterende foto’s maken (dit dorp is alleen met de trein te bezoeken)

De volgende stop die we willen doen is Corniglia. Als we daar met de trein aankomen, blijkt dat we nog wel een half uur bergopwaarts moeten en dat zien we met de warmte niet meer zo zitten. De kinderen beginnen er ook een beetje genoeg van te krijgen, dus we pakken maar gelijk de volgende trein naar Vernazza.

Vernazza is ook een erg leuk dorp, de trein stopt gewoon midden in het dorp en omdat dit lager ligt, kun je tot aan de haven lopen. We hadden bedacht het laatste stukje terug toch nog even de boot te pakken. Maar die vlieger gaat helaas niet op, want de boot kan dus niet meer aanleggen. Jammer, want de auto staat bij de haven in Levanto en het treinstation ligt wat buiten het dorp. Toch nog een wandeling van zo’n 20 minuten, maar gelukkig  bergafwaarts. En met het zwembad in gedachten, vinden de jongens het niet meer zo’n probleem. We scoren eerst nog wat lekkere hapjes in de supermarkt, want we hebben geen puf meer om op pad te gaan voor een restaurant.

We hebben nog een dagje in Levanto, slapen wat uit en doen een dagje strand. Het is wel een kiezelstrand, dus waterschoenen is een aanrader. Een strandbedje is hier ook nog goed te betalen, voor €5,- heb je er al een voor de hele dag. De golven zijn enorm en de rode vlag kleurt dan ook de hele dag. Het is dus alleen mogelijk om aan het randje van de zee spelen, maar de jongens vermaken zich prima. Na 5 uur in de zon en de zee gaan we weer terug naar ons mooie hotel op de berg.

Morgen door naar Toscane.

Zuid-Toscane

Na een paar prachtige dagen in Cinque Terre arriveren we in Zuid-Toscane bij de Agriturismo in Montemerano. Wat een weelde. Je hoort de krekels, kijkt uit over de Toscaanse heuvels en voelt je hier gelijk thuis. Ook door de hartelijke ontvangst van de gastheer Alessandro die ons meteen van alles uitlegt over deze regio. Hij vertelt dat het hier veel minder toeristisch is dan in het noordelijke deel van Toscane. De mensen hier zijn erg gesteld op hun rust. Het houdt wel in dat dit stuk Toscane ook wat armer is. Maar dat maakt het voor ons zeker niet minder interessant en mooi.

Paulo en Maria maken voor ons nog een heerlijke Toscaanse lunch. Daarna gaan we lekker uitbuiken bij het zwembad en staren een poos over de mooie heuvels. De volgende dag hebben we een vol programma. Alessandro legt ons precies uit welke route we moeten rijden en wat we echt moeten gaan zien. We doen de dorpjes Sovana, Sorano en Pitigliano aan. In het laatste dorpje gaan we ook lunchen. Wat een mooie bergdorpjes en wat een heerlijk eten. We genieten volop! ’s Avonds wordt er weer heerlijk voor ons gekookt. Toscaanse aardappelpuree, omelet, ravioli met spinazie en kaas, gehaktballetjes, tomaat en mozarella….. alle producten zijn vers en komen uit de omgeving. Kortom, een prachtige omgeving om te bezoeken, een echte aanrader!!

Bracciano

Na twee dagen Zuid-Toscane gaan we door naar Bracciano. Dit is de korste rit deze rondreis, want het is nog geen twee uur rijden. Vanaf vandaag sluiten Maarten en Lotte ook bij ons aan en zijn we met z’n 8-en. Hun vlucht komt al vroeg aan in Rome en we halen ze dus even op. Scheelt weer een lange rit met de trein, ook al is de afstand naar Rome maar 30 km. Bij aankomst in ons mooie kleine hotel, kunnen we nog niet in onze kamer, dus gaan we het dorpje even bekijken. We besluiten om te gaan lunchen bij het kasteel. Het kasteel is erg geliefd. Zelfs filmster Tom Cruise en zanger Eros Ramazzotti zijn er getrouwd. We lopen een rondje om het kasteel heen en vangen een paar regendruppels (het is vandaag heel erg bewolkt). Verder die middag gaan we lekker aan het zwembad liggen en eten we ’s avonds in het restaurant van het hotel. Ook al heeft het restaurant een Michelin- aanbeveling, wij vinden het niet heel erg bijzonder.

De volgende ochtend zitten we vroeg aan het ontbijt, want Rome staat op het programma. En we willen natuurlijk zoveel mogelijk uit de dag halen. Op zondag met de auto naar Rome is een goed plan, niet zo druk om de stad in te komen en parkeren is gratis. Parkeer vooral in de buurt van Villa Borghese, want als je daar staat, ben je dicht bij de Spaanse trappen. Vanaf hier kun je vervolgens een acht lopen door de stad. Na de trappen lopen we naar de Trevifontein, waar het natuurlijk heel erg druk is. De wachten houden in de gaten of je niet op de muur van de fontein klimt of gaat zitten. Doe je dit wel, dan blazen ze heel hard op een fluitje.

Dan door naar de verste punt in het eerste rondje van ons achtje, het Colosseum. We hebben besloten nergens in de gaan, want de rijen zijn mega en als je Rome echt rustig wilt bekijken, moet je meer dagen gaan. Nu is het gewoon een beetje cultuursnuiven voor de kindjes. Na een drankje op het terras, om even af te koelen, gaan we verder naar het Pantheon. We lunchen vlakbij met pasta en pizza’s. Vervolgens op naar het Vaticaan. De verste plek van het tweede rondje. We maken wat leuke foto’s en wandelen terug naar de trappen, waar de auto geparkeerd staat. In een klein uurtje rijden we weer terug naar ons hotel. Stoppen even bij de supermarkt voor wat lekkere hapjes als avondeten.

De laatste dag hier in Bracciano doen we lekker rustig aan. Na de lunch besluit ik met Roan en Lotte nog een leuke geocache (hier heb ik jullie al eens eerder over verteld) te doen. We hebben een er eentje uitgezocht in Riserva Naturale Monterano. Hier is een oude ruïne. Als we het park in lopen komen we ook nog een mooie zwavelveld tegen, waar het water omhoog borrelt. Een mooie wandeling in een niet toeristisch gebied. Zeker een aanrader als je tijd over hebt. Heerlijke dagen hier in de omgeving van Rome. Morgen gaan we naar de Amalfikust en onderweg natuurlijk…….. Pompeii bezoeken.

 

Pompeii

Normaal schrijf ik niets over een reisdag. Maar deze reisdag van Braciano naar de Amalfikust is anders. We rijden namelijk langs Pompeii en daar kun je natuurlijk niet zomaar aan voorbij rijden. Een noodzakelijk stukje geschiedenis om mee te pakken, als je er toch zo dichtbij bent.

Het is vanaf Braciano 3 uur rijden naar Pompeii en het wordt iets langer door de file bij Rome. Dat kan niet anders als je op een doordeweekse dag vroeg weg wilt. Rond half 1 komen we aan en is het eerst tijd voor de lunch, want zodra je binnen bent in het archeologische gedeelte kun je nergens meer eten. Dus stevig lunchen, want het is warm zo midden op de dag en het is een vrij groot gebied, waar we toch even in een kleine 2 uur doorheen willen wandelen.

We hebben een boekje in het Nederlands en een kaart, maar al gauw blijken de nummers niet overeen te komen met de nummers op de kaart, dus we gaan op gevoel verder. Het is enorm druk, dus echt foto’s maken zonder mensen is vrijwel niet mogelijk. We bekijken de ruïnes, zien de vitrines met versteende mensen en lopen zo langzaam naar voren, naar het hoogtepunt, de grote arena. Bij aankomst wacht ons een grote teleurstelling, ze zijn aan het werk en we mogen er niet in. Dat hadden ze wel even van tevoren mogen zeggen.

Kinderen hebben overigens gratis toegang tot het museum. Er wordt niet gevraagd naar leeftijden, ze willen ze alleen even zien. Dat scheelt weer, want wij betalen toch wel €15,- per volwassenen. En met 8 personen zou het dan best prijzig zijn.

Tegen 4 uur rijden we nog 1 uur verder naar onze bestemming voor de komende 4 nachten. Bij aankomst is het een plekje zoeken voor de auto en dan begint de klim met de koffers. Het hotel en onze kamer, ligt maar liefst 126 traptreden omhoog en er is geen mogelijkheid om er met de auto te komen.

 

Amalfikust

Inmiddels zijn we alweer 4 dagen aan de Amalfikust. Een prachtige kustlijn met allerlei mooie kleine plaatsjes die gelegen zijn hoog op de kliffen. Dit gezegd hebbende gelijk een tip. Ga hier niet met de auto heen, want je rijdt je helemaal klem. De smalle weggetjes van de ene naar de andere plaats zijn een grote uitdaging. Waarom? Er rijden grote bussen, vrachtwagens en een heleboel auto’s die allemaal al deze pracht willen zien. Dan ook nog een dozijn aan scooters die echt met niemand rekening houden. Als je dus rijdt zie je helemaal niets meer van dit moois. Kom je eenmaal aan in zo’n mooi plaatsje dan is er het het volgende probleem, waar parkeer ik mijn auto. Er zijn te weinig plekken voor de hoeveelheid bezoekende auto’s. En als je dan wel een plekje hebt betaal je zo’n €3,- per uur.

Wij slapen in Minori. Een klein plaatsje met huizen tegen de rotsen aangebouwd. Gelukkig vinden we een plekje, maar dan…

Onze koffers moeten vervolgens 136 treden omhoog. En morgen natuurlijk weer dat hele eind naar beneden. De beloning is er zeker als we  in onze kamer komen, want het uitzicht vanaf het balkon is prachtig. En deze trappen doen we dus meerdere keren per dag. We komen redelijk laat aan, aangezien we eerst in Pompeii zijn geweest, zoals jullie hebben kunnen lezen. We gaan dus lekker wat eten en besluiten de volgende dag aan het strand te beginnen.

Tegen een uurtje of 3 stappen we in de auto om een kijkje te nemen in Amalfi. Helaas zijn alle parkeerplekken vol en gaan we een dorp verder. Ook daar geen geluk en het verkeer is een ellende. We gaan wat meer van de kust af en bezoeken het dorp Ravello. Hier hebben we geluk en kunnen we onze auto kwijt. We zijn inmiddels 2 uur onderweg geweest over een relatief kleine afstand, maar wat een leuk dorp is dit. Een drankje op het terras na deze rit is dan ook eerste noodzaak. Daarna bekijken we dit mooie kunstenaarsdorp. Je kunt er veel keramieken potten en andere mooie kunstwerken kopen. Allemaal kleine leuke straatjes om doorheen te dwalen. En omdat je zo hoog bent is het uitzicht over zee en de plaatsjes langs de kust schitterend. We besluiten dat het geen zin heeft om met de auto al die dorpjes af te gaan, dus de plannen voor de komende dagen worden gewijzigd.

De volgende dag beginnen de meesten aan het strand. Lotte en ik hebben het idee opgevat om naar het volgende dorp te lopen en dit kan via een mooi pad door de bergen naar Maioiri. De route is een bekende van de Amalfikust en heet de Sentiero dei Limone. Een hele klim via enorm veel trappen de berg op. Maar eenmaal boven zijn er prachtige vergezichten op beide dorpen. We dalen weer af naar Maiori en genieten van een enorm glas cola voor we weer aan de terugweg beginnen. De wandeling is zo’n 8 km. Moe maar voldaan nemen we een duik in de zee. De middag doen we lekker niets.

Vroeg op en we splitsen vandaag. Ik ga met de jongens en Lotte een wandeling maken vanuit Amalfi. En Maarten gaat met de familie den Haan mee naar Capri. Zij huren vandaag een motorbootje, om zelf naar het eiland te varen. Gezien het parkeerprobleem rijden we al om half 8 naar Amalfi en is er nog genoeg plek om te parkeren. En het fijne van vroeg wandelen is dat je in je eentje op het pad loopt.
Ben je aan de Amalfikust dan mag deze wandeling zeker niet ontbreken. De Valle delle Ferriere begint bij het museum aan het einde van het dorp. Er staan in het dorp genoeg bordjes die de wandeling aangeven, maar ga gewoon bergopwaarts en je komt vanzelf in de goede richting. Bij de trappen begint de klim. Na de enorme trappen gaat de route het bos in, maar je blijft klimmen. De route gaat langs verschillende ruïnes en een heleboel watervalletjes. Je blijft contant langs de beek lopen. Neem een handdoekje mee, dan kun je lekker pootje baden en even afkoelen. Helaas hebben wij deze wandeling pas gisteren ontdekt, want het laatste gedeelte, het echte natuurpark, is alleen toegankelijk als je dit 10 dagen van tevoren via de mail hebt aangevraagd. Dit kan via de volgende website. We lopen tot het einde, althans tot aan het hek en dan keren we om. Dezelfde weg terug. In Amalfi lopen we nog wat door de straatjes en nu zijn de winkeltjes open. Een leuk stadje. Een heerlijke ochtend.

Tartufo in Pizzo

Gisteren zijn we in 5 uur van de Amalfikust naar Tropea gereden en hebben we ons gesetteld voor 1 week in een heerlijk huis. Vanmorgen eerst boodschappen gedaan, want dat gaan we natuurlijk niet iedere dag doen, zonde van de tijd. Dus even bedacht wat we 6 dagen gaan eten en op naar de winkel. Bij terugkomst even afkoelen in het zwembad en lekker lunchen aan onze eigen picnicktafel. Het is vandaag erg bewolkt, maar wel warm en benauwd, dus helaas geen weer voor de strandjes zoals we de avond ervoor bedacht hadden. We wijzigen ons plan en gaan eerst naar Pizzo. Dit leuke dorpje staat bekend om de Tartufo, een heerlijke bom van ijs.

Na een uitdagende rit met de auto door dorpjes, via de smalle bochtige weggetjes, vinden we een plekje om te parkeren in Pizzo. We lopen door de straatjes boven de weg naar het plein en hebben een schitterend uitzicht over de kustlijn. Op het bankje kijken we even op Tripadvisor waar we het beste ijs ijs kunnen eten. Lang leve het gratis roamen tegenwoordig. Het beste Tartufo ijs blijkt Bar Gelateria Artigianale Ercole te hebben. En inderdaad…… een overheerlijk huisgemaakt lekkernijtje.

Na het ijsje zoeken we de auto weer op en gaan richting Tropea. De wegen hier in Calabrië zijn geen feest om te rijden, veel gaten in de weg en veel scherpe bochten en bergop, bergaf. Je moet dus rekening houden met de lange tijd die je over de, meestal, korte afstanden, doet. Naar Pizzo was het 45 minuten over 30 km en terug naar Tropea doen we er weer 25 minuten over.

Tropea is een erg druk stadje met veel leuke souvenirwinkeltjes en restaurantjes.  Met een beetje geluk kun je vanaf het balkon (de stad ligt namelijk op de rotsen gebouwd) de vulkaan Stromboli zien. Echter bij ons was het te heiig en helaas…. wij zagen hem dus niet. Wel konden we heel mooi het klooster aan het strand zien liggen. Wil je het Santuario Santa Maria dell’Isola bezoeken, moet je eerst de 200 treden naar beneden lopen en bij het klooster weer omhoog. Aangezien het al laat is, besluiten we dit niet te doen.

We moeten nog 20 minuten terug naar onze accommodatie en het is nu al half 7. De kids willen nog even afkoelen in het zwembad en er moet vandaag voor het eerst sinds 2 weken gekookt worden. Op het menu pasta all’amatriciana.

Scilla en Soriano Calabro

De afgelopen 2 dagen hebben we een paar dorpjes bezocht en verder lekker aan het zwembad gelegen. We hebben inmiddels een aardige afstand afgelegd in de auto en zijn daarom toe aan een beetje relaxen en niets doen. Maar we kunnen natuurlijk niet helemaal niets zien van deze regio, dus doen we ’s morgens wat bezienswaardigheden en ’s middags lekker niets.

Gisteren zijn we langs de kust nog wat verder zuidelijk gegaan. Op aanraden van de dame bij de receptie zijn we naar Scilla gereden. Een stukje van 43 km waar je 1.5 uur over doet. Zoals eerder aangegeven zijn de wegen hier niet echt de beste en alles gaat over kleine weggetjes. Een kilometer of 15 voor Scilla komen we weer op een goede snelweg, maar deze gaat voornamelijk onder de grond, want je gaat van tunnel naar tunnel. Wat me dan wel weer verbaast, is dat die tunnels heel mooi en modern zijn en niet in verhouding zijn met alle andere wegen.

Op maandag is het er redelijk uitgestorven, maar normaal is dit het dorp waar de zwaardvis gevangen wordt.  Zeker het stukje bij de haven is leuk, smalle straatjes, gezellige aanblik. Het dorp bestaat uit drie delen. Een boven gedeelte, daar hebben we de auto geparkeerd, en twee lagere delen die gescheiden worden door een grote rots. Een deel is het strand en het andere het vissersdorp met leuke smalle straatjes, heel veel restaurants (allemaal dicht helaas) en huisjes. Dit hele gedeelte van het dorp is autovrij. De straatjes zijn ook te smal en te steil voor auto’s.

We hadden ook nog de tip gekregen om op de terugweg te stoppen in Palmi, in de reisboekjes stond dit als een mooi dorp. Het is dat we trek hadden en de auto al ergens in het centrum geparkeerd hadden, maar het was niets bijzonders.

Vandaag zijn we meer het binnenland ingegaan. En om niet weer dezelfde fout als Palmi te maken, hebben we de tips die we kregen even opgezocht op Google en afbeeldingen bekeken. De keuze is gevallen op Soriano Calabro. Een dorp op 43 km afstand en 1 uur rijden. Persoonlijk vond ik deze rit mooier dan de rit naar Scilla gisteren. De natuur was ook een stuk mooier en groener, zeker de laatste 10 km. Aangekomen bij het dorp, klim je met de auto helemaal omhoog en het centrum bevindt zich midden op de berg. Echt alsof de tijd even stil is blijven staan. Leuke huisjes met van die mooie ijzeren balkons. Geplaveide straten en midden op het plein staat een enorme kerk en ruïne. We vinden een plekje voor de auto en lopen door het dorpje naar de ruïne. Het grappige is dat wij de toeristische attractie zijn, want volgens mij komt hier vrijwel geen toerist. In de lokale super kopen we broodjes voor op de terugweg en bij het café bestellen we een flesje cola. Zo kunnen wij ook even kijken hoe de lokale bevolking zich hier beweegt.

Met een uurtje zijn we weer terug in Ricadi, waar ons huisje is. Lekker een frisse duik in het zwembad om even af te koelen, want het is sinds gisteren erg benauwd. Waarschijnlijk door de bewolking die er hangt.

Dagtocht Stromboli en Panarea

Een actieve vulkaan lava in het echt zien spugen dat is iets wat we allemaal wel graag willen. Die kans krijgen we als we een dagtocht boeken naar Panarea en Stromboli. Het eiland Stromboli heeft namelijk nog een actieve vulkaan die regelmatige grotere erupties heeft. Het mooiste om dit te zien is in het donker.

De tour start om 11.00 uur in Tropea, je vaart vervolgens in 2.15 uur naar Panarea. Dit eiland wordt naast Capri veel door the rich and famous bezocht er liggen dan ook veel mooie jachten rond het eiland. De zee is vandaag erg rustig en qua zeeziekte gaat het dus heel erg goed. Maar toch blij als we weer aan wal staan. Dit kleine eiland is niet groter dan 4 km2, heeft een haventje met allemaal restaurantjes en wanneer je  de berg oploopt leuke straatjes en exclusieve boetiekjes. Een simpel tuniekje kost al gauw €250,-, dus echt shoppen wil je hier niet, tenzij je geld over hebt. We lunchen in een leuk restaurantje en slenteren een beetje door de straatjes. We hebben 2.5 uur gekregen om op eigen gelegenheid het eiland te bekijken.

Vervolgens varen we in 1 uur naar Stromboli. Als je hier aankomt in het haventje, heb je aan beide kanten een groot breed lavastrand, waar iedereen graag gebruik van maakt. Wij hebben geen zwemkleding bij ons, maar het had best lekker geweest om even af te koelen, want de temperatuur loopt vandaag aardig op. Het is een beetje zoeken om in het leuke centrum te komen, maar eenmaal in de juiste straat (want dat is het centrum), stikt het hier ook weer van de souvenirwinkels en restaurantjes. Op Stromboli hebben we 3 uur om rond te lopen en een diner te scoren. We hebben eigenlijk nog geen honger, want de lunch was erg laat en het diner zou er dan meteen achteraan komen. Daarom scoren we een paar broodjes en eten die op net voor we weer op de boot stappen.

De boot vaart niet gelijk terug. Het is schemer voor we weer aan boord gaan en eerst varen we een stuk om het eiland, dit is waar je de vulkaankrater het beste kunt zien. Hoe donkerder het wordt, hoe beter we de lava kunnen zien. Het is nog steeds wel ver weg, maar af en toe spuugt er een stukje lava omhoog en iedereen aan boord begint te joelen van enthousiasme.

Het liefste hadden we de trekking naar boven gedaan, dan kun je bijna in de krater kijken. Maar als je dit wilt doen, moet je een nacht op het eiland blijven slapen. De boten vertrekken namelijk allemaal voor het donker, jij blijft boven tot het donker is en moet daarna weer naar beneden klimmen. Zo’n trekking duurt een aantal uren en je hebt een redelijk goede conditie nodig.

Het is vervolgens weer ruim 1.5 uur terugvaren naar de haven van Tropea. Tegen half 11 zijn we weer aan wal en rijden terug naar onze accommodatie. Een lange maar mooie dag.

Vrijdag gaan we nog wat relaxen en snorkelen hier op het strand, want zaterdag willen we de oversteek maken naar Apulië, om vervolgens langs die kust onze weg weer terug naar Nederland te vinden.

Van Tropea naar Ceglie Messapica

Gisteren zijn we weer in de auto gestapt om onze rondreis te vervolgen. Na een heerlijk weekje aan de kust van Calabrië, is het tijd om naar de andere kust van Italië te reizen, om vanaf daar weer langzaam omhoog naar Nederland te gaan. Maar zover is het gelukkig nog niet.

We zijn op tijd vertrokken, want de wegen van Tropea naar Ceglie Messapica zijn nog steeds smal en er is geen snelweg. Het kost dus even tijd om de korte afstanden te rijden. De route gaat een heel eind langs de kust, die wij niet echt spectaculair vinden. De zee ziet er mooi uit, maar er is onderweg veel industrie en je merkt toch wel dat de mensen hier armer zijn (aan de staat van de huizen). Er ligt jammer genoeg ook veel vuil langs de weg, zowel in Calabrië als in Apulië.

Helaas kende zowel de Tomtom als Google Maps de locatie niet, ze stuurden ons allebei ergens anders heen, maar gelukkig hadden we bij de vouchers nog een ouderwetse papieren routebeschrijving gekregen. En de locatie dus gevonden.

We slapen weer in een heel mooie klein complex met een heerlijk zwembad en aardige eigenaren. Zelfs als de airco het niet doet, gaan ze hem om half 12 ’s avonds nog op het dak voor je maken.

We gaan dineren in het dorpje en worden verrast door de enorme drukte. Het is nog lastig een parkeerplek te vinden. Wat blijkt, er is dit weekend een enorm groot food festival, super leuk, allemaal kraampjes en veel mensen op de been.

Ons plan voor deze zondag is om eerst de typische dorpjes met trulli te bezoeken, dat is waar deze regio om bekend staat (witte huisjes met puntdaken). We rijden in een half uurtje eerst naar Martina Franca een wit bergdorp met heerlijke geplaveide (gladde) straatjes, schitterende luiken, mooie Franse balkonnetjes. Echt statige mooie barokke gebouwen. Onderweg naar dit dorp komen we de leuke trulli’s al tegen. We zijn vroeg en het is er nog niet heel erg druk, mooi om foto’s te maken dus. Daarna gaan we door naar Alberobello het echte trullidorp. Houdt er wel rekening mee dat het hier heel erg toeristisch is. Parkeren is overal betaald, maar er is voldoende plek, daar is voor gezorgd. Je kunt er namelijk op privé terrein voor €6,- parkeren. Dit stukje historische dorp (volg niet de borden ‘centrum’, want dan kom je niet in het goede gedeelte) bestaat alleen uit trulli. De huisjes worden nu gebruikt voor toeristenwinkels, maar ook als restaurantjes. Je kunt hier rustig een uurtje of 2 rondlopen. Maar een foto maken, waar geen andere mensen op staan, is vrijwel niet mogelijk. Ondanks de drukte mag je dit dorp niet missen. Je kunt hier overigens ook lekker en betaalbaar lunchen.

Na ons bezoekje aan deze twee dorpjes, zoeken we nog even de kust op om de zandstranden te zien, want tot nu toe heeft alles in Italië nog kiezels gehad. Even afkoelen is er niet bij, want het water is gewoon warm. Maar wel lekker zand en het loopt heel langzaam af, wat dus weer fijn is voor mensen met kleine kinderen.

Een geslaagde dag en op naar de laatste dag van het food festival, in ons eigen dorpje.

Tip: Hier in Apulië houdt men zich nog erg aan de siesta’s, dit houdt in dat er niemand op straat is tussen 14-17 uur, en ook alle winkels en restaurants gesloten zijn. Het leven begint pas weer rond 18 uur.

Lecce

Gisteren hebben we een dagje stad gedaan. Vanuit onze accommodatie is het ongeveer 1 uur rijden naar de stad Lecce. De staat waarin Lecce ligt, wordt ook wel het Florence van het zuiden genoemd. Het is even zoeken naar een parkeerplekje, alles is betaald parkeren, maar het voordeel van siësta is dat je tot 16.00 uur mag blijven staan terwijl je betaalt tot 14.00 uur.

De stad heeft mooie gebouwen, maar echt winkelen is er niet bij in het oude centrum. Er zijn wel veel restaurantjes. Bestel je een koffie in een van de cafeetjes dan is een pasticiotti er erg lekker bij. Een heerlijk cakeje met een banketbakkersroom en die maken ze ook nog in verschillende smaken.

Lecce heeft heel veel kerken, die je mag bezoeken en ze zijn allemaal verschillend van binnen. De een heeft mooie fresco’s de ander weer meer beeldhouwwerk. De moeite waard dus om een kijkje te nemen. Ook dit centrum staat vol barokke gebouwen, huizen met luiken en Franse balkonnetjes. De straten zijn geplaveid met grote witte geplaveide stenen, die best glad zijn omdat.  er veel op gelopen is.

We lunchen voor de siësta begint en zijn om 14.00 uur klaar in de stad. We hebben besloten om iets verder door te rijden naar de Grotta della Poesia. Een enorm gat in de rotsen met water waar je in kunt springen. Je springt dan een kleine 8 meter naar beneden. De jongens vinden dit natuurlijk geweldig. Al twijfelt Luca eerst nog even, maar dan waagt hij het er toch op.

Vandaag ons laatste dagje in Puglia. We hebben een beetje rustig aan gedaan, dat was best lekker. Wat geocaches gezocht, ons eigen stadje nog even doorgelopen. En afgekoeld in het zwembad. De tassen ingepakt, want morgenochtend vroeg moeten we al gaan rijden. Maarten vertrekt namelijk om 10 uur al met Transavia naar Schiphol, dus wij moeten hem om 8 uur op Bari luchthaven  brengen. En de rit naar Bari is nog 1.5 uur. Een vroegertje dus. Nu gaat voor ons de terugreis ook beginnen, al doen wij er nog wel 1.5 week over. De volgende stop is in de Abruzzen. Daar blijven we 2 nachtjes.

Abruzzo

Vanaf Apulië gaan we weer omhoog en onze eerste stop is de regio Abruzzo. Een rit van 4.5 uur. Eerst brengen we Maarten in Bari naar de luchthaven, waar we nog even samen ontbijten. Dan gaan we met z’n drietjes door en besluiten te stoppen bij de Abdij San Giovanni in Venere. Een mooie stop na 2 uur rijden. De prachtige abdij heeft een mooi uitzicht over de kustlijn. En we zien nog een bruiloft ook. Ondanks dat, mogen we gewoon de kerk binnenlopen en kijken, erg apart.

Door naar onze agriturismo, die nogal moeilijk te vinden is, aangezien allerlei weggetjes afgesloten zijn. Dat levert een beetje irritatie op, maar goed, we vinden het. Omdat onze kamer nog niet vrij is die nacht, krijgen we een appartement toegewezen. Dit geeft ons weer de mogelijkheid om zelf wat eten te maken. Uiteten is leuk, maar na zoveel tijd gaat het ook wel vervelen. Nog even snel naar de supermarkt dus, ja leuk. Alleen de weg terug is wederom een drama en na kilometers omrijden lukt het eindelijk om bij het appartement te komen. Grrrrr.

We hebben 1 volle dag om deze streek te verkennen. Dus ’s avonds is het even puzzelen wat we willen gaan doen. Uren in de auto is geen optie, al komt het daar uiteindelijk wel op neer, maar dan wel toeristisch de bergen in. We bezoeken het park Gran Sasso. Een heel mooie gebied hoog in de bergen de Apennijnen. Hier bevindt zich de hoogste berg van Italië. Je waant je een  beetje in Zwitserland met die mooie hoge bergpieken, alleen de eeuwige sneeuw op de toppen ontbreekt. De temperatuur geeft hier 23 graden aan, 10 graden minder dan we inmiddels gewend zijn, maar de gevoelstemperatuur blijft hetzelfde.

Het schijnt dat er prachtige wandelroutes in dit park zijn en dat je  allemaal kleine stadjes kunt bezoeken. De website is echter onduidelijk en compleet in het Italiaans. Dus wandelen wordt het niet. We rijden een stuk richting L’Aquila. Hierdoor komen we op het bergplateau. Een overweldigend stukje natuur. Na een fotostop rijden we via een andere route terug en stoppen voor de lunch in een bergdorpje.

Terug in het appartement zijn we lekker verhit, dus voor we gaan koken, duiken we nog even in het zwembad. Beide avonden dat we hier zijn, is er rond de bergen een stevige onweer, maar de regen blijft uit. Echt afkoelen doet het dus niet, helaas.

Na die twee nachten rijden we naar de Marken. We komen aan in onze kleine agriturismo waar alleen Italiaans gesproken wordt. Een uitdaging om dingen duidelijk te maken. ’s Avonds eten we in hun huis de lekkerste pasta. En natuurlijk is het allemaal veel te veel.

San Marino

Vandaag gaan we op pad naar San Marino. Een van de kleinste staatjes (nr 5 op de lijst) van de wereld. Nu hebben we in totaal  (incl. Nederland, waar we vertrokken) 8 verschillende landen aangedaan. De eigenaresse van de agriturismo, die erg lijkt op de Bertolli-dame uit de reclame, raadt ons aan om eerst naar San Leo te rijden. Dat is veel minder toeristisch dan San Marino en ook erg mooi en oud.

Het is ruim een uur rijden. Een mooie route door het landschap van de Marken. Zo zien we gelijk wat van de omgeving, ondanks de steile bergweggetjes die je moet nemen. Overal van die mooie heuvels met uitgebloeide zonnebloemen. Kleine dorpjes met oude kerkjes of kasteeltjes.

San Leo is  een leuk bergdorpje met mooi fort.Daar zijn we niet in geweest, want ons doel vandaag is San Marino. Het is wel een leuke stop, op een terrasje drinken we wat en hebben een fenomenaal uitzicht over de omgeving. Je kunt het dorpje inrijden via een smal steil pad, door een poort en dan kom je zo op het kerkplein. Iets verderop is de parkeerplaats (betaald parkeren). Ga je naar San Marino, en lukt het om hier te stoppen, dan is dat zeker de moeite waard.

Het is vervolgens nog 30 minuten naar San Marino via allerlei bergweggetjes. Een parkeerplek zoeken is wel even een dingetje en kost ons nog eens extra 30 minuten. We wilden onderaan de kabelbaan beginnen, maar de Tomtom stuurt je naar boven, ondank ‘stadscentrum’. Die kabelbaan hebben we dus niet gedaan. Parkeren kan alleen met muntjes, maar voor €4,50 mag je 5 uur staan.

Vanaf de P3 lopen we naar het stadje en er doorheen. Het is erg druk en heel warm, ondanks dat je veel hoger zit. We hadden verwacht dat het hier iets koeler zou zijn dan langs de kust. We lopen helemaal tot aan het fort, maar ook hier besluiten we om niet naar binnen te gaan. De toegang is €4,50 p.p. maar we vinden het veel te warm. Na de lunch lopen we nog wat door de straatjes en langs de winkeltjes, voor we de auto weer opzoeken en terugrijden.

Vanavond eten we weer een heerlijke maaltijd gemaakt door onze Bertolli-dame in de agriturismo. Ik kan niet wachten.

Arezzo

Vandaag zijn we aangekomen op onze laatste bestemming in Italië, het Gardameer. Maar gisteren hebben we nog een gezellige dag gehad in het mooie middeleeuwse stadje Arezzo. De rit ernaar toe ging door een groot stuk van de Marken en een stukje van Umbrië. Ook De Marken beschikt niet over goede snelwegen, dus je rijdt constant over kleine weggetjes binnendoor. Vooral slingerend door de bergen. En ook nu duurt het weer lang voordat we die paar kilometer afgelegd hebben. We rijden een tijd lang over een verlaten weg door de bossen en ineens staat daar een hert op de weg. Helaas heeft hij ons te snel door en is een foto maken niet meer mogelijk.

Aangekomen in Arezzo is het even zoeken waar nu  het centrum is en waar we de auto kunnen parkeren. Want in de echte oude binnenstad mag je niet komen met de auto. In veel van die oude stadjes mag dat alleen met een ZTL-vergunning (Zona Traffico Limitato, een milieuvergunning). Maar daardoor is het wel lekker rustig zonder al dat verkeer.

We gaan eten bij Mariano, hier hebben we afgesproken met vrienden. En echt op z’n Italiaans zitten we lang aan tafel en komen alle gangen voorbij. Na de uitgebreide lunch, lopen we nog even het stadje door. Er is een heel mooi plein met allemaal gekleurde schilden. Op de voorlaatste zaterdag van juni en de eerste zondag van september verandert het Piazza Grande totaal van aanzien. Je waant je even terug in de middeleeuwen als La Giostra del Saracino van start gaat. Hoogtepunt is het steekspel dat wordt gehouden tussen de ‘ridders’, die elk de eer van hun eigen wijk verdedigen.

En op het Piazza Grande is elk eerste weekend van de maand de grootste antiekmarkt van heel Italië. Daar komen duizenden mensen op af.

Maar  in september is doordeweeks elke ochtend een bijzondere markt op het Piazza Sant’Agostino. Bijna driehonderd kraampjes bieden allerlei houten voorwerpen aan die je in huis kunt gebruiken. Je ziet honderden soorten pollepels, daar is de markt ook naar vernoemd, maar er zijn ook allerlei andere houten voorwerpen te vinden.

We lopen wat verder door de straatjes en na een ijsje zoeken we de auto weer op. Via wat omleidingen, aangezien de snelste weg is afgesloten, vinden we onze agriturismo terug. Echt honger hebben we niet, dus we houden het bij een klein warm broodje.

Vanmorgen gaan we verder naar het Gardameer. Onze laatste stop in Italië voor we via Zwitserland en Frankrijk weer naar huis rijden. Een rit van ruim 4 uur brengt ons in Polpenazze del Garda. Onderweg nog een vrachtwagen met een klapband, die gelukkig zijn stuur goed recht kon houden, waardoor we niet botsten. En van de schade aan de weg bij Bologna van het grote ongeluk vorige week (waarbij een tankauto ontplofte) was gelukkig niets meer te zien.

Eens kijken wat we morgen precies gaan doen…..

Gardameer

Onze laatste dag in Italië, want morgen rijden we richting Zwitserland. We doen de terugweg naar Nederland in een paar stops. Morgen dus Prato in de bergen net voor de Gotthardtunnel.

Ik wilde tijdens deze trip heel graag een stop maken aan het Gardameer. Niet omdat ik er zelf zo graag heen wilde, maar omdat iedereen er altijd zo enthousiast over is. Veel Nederlanders kamperen hier graag. En inderdaad je waant je bijna  in Nederland als je naar de auto’s kijkt en de geluiden in de stadjes hoort. Vrijwel alleen Nederlands. Het is zo druk dat je constant in de file staat als je ergens heen wilt. Wellicht komt dit door het slechte weer, niemand ligt op het strand en iedereen gaat erop uit vandaag.

Ons eigenlijke plan was om een bootje te huren en via het meer allerlei plekjes aan te doen, maar er is geen boot te krijgen. Alles is verhuurd tot aanstaande vrijdag. Daar komt bij dat het  dat het de hele dag gaat regenen volgens de voorspelling. En dan wil je niet op het meer zitten.
De eigenaar van onze B&B vertelt ons dat we eerst naar Sirmione moeten gaan. Hier is maar éen parkeerplaats  en die is zo vol. Dus zo gezegd zo gedaan, we rijden eerst hierheen. Inderdaad er was nog net plek en toen we na een klein uurtje weer weggingen was alles vol en stond er een lange file richting schiereiland en dorp.

We vervolgen onze weg naar Bardolino. De rit vanaf Sirmione zou maar een klein half uurtje duren, maar we staan al snel heel erg vast in de file. Aangekomen parkeren we de auto en lopen zo het dorpje in. Hier is het een stuk minder druk. Er zijn wat winkeltjes, maar vooral veel restaurantjes en dat komt goed uit, want het is lunchtijd.

Na de lunch rijden we een klein stukje naar Lazise. Dit is toch wel het leukste dorpje. Het dorpje is geheel ommuurd en de straatjes en gekleurde huisjes met luiken geven een gezellige sfeer. De foto’s zijn wat minder, maar dat komt gewoon door de wolken.

Na Lazise besluiten we toch nog naar Desenzano del Garda te gaan. Via de tolweg zijn we hier redelijk snel, zonder file. Deze plek is wel de minst mooie. Hou je van shoppen dan ben je hier  beter af. Er zijn wat grotere winkels met schoenen, tassen en kleding.

De weg naar huis is weer een en al file, maar we komen er uiteindelijk. Zeker na de afgelopen weken ben ik er wel uit, dit is niet mijn bestemming. Veel te druk.

Prato Zwitserland

In een 3 uur rijden we van het Gardameer naar Prato in Zwitserland. Dit ligt net voor de Gotthardtunnel. Het is redelijk rustig op de weg en de grensovergang gaat ook vlot. We hebben weer geluk en hoeven niet in de controlerij, want die was net vol. Lekker doorgaan dus. Aangekomen in Prato checken we snel in, eten ons meegenomen lunch op en rijden met de auto terug naar de kabelbaan. Prato heeft een gondelbaan met 2 bakjes die je 900 meter hoger brengen. Het duurt een 7 minuten voor we boven zijn. Een mega steil ritje. Boven loop je zo tegen het grote meer aan. Ons plan is hier een rondje om heen te wandelen. Met wat stoppen duurt dit ongeveer een uur. Boven in het restaurantje nemen we een duur flesjes drinken (€5,- per flesje).

Aangezien het een feestdag is in Zwitserland heeft iedereen bedacht om een wandelingetje rond het meer te maken en moeten we in de rij om weer naar beneden te gaan. Er kunnen maar 8 mensen in het bakje. We moeten dus ruim een half uur wachten voor we aan de beurt zijn.

Heerlijk om weer in de bergen te zijn, maar helaas kort, want morgen gaan we door naar Straatsburg.

Gotthardpass en Straatsburg

Inmiddels zijn we weer aangekomen waar we begonnen, bij mijn vader in Redu. Gister zijn we van Prato naar Straatsburg gereden. Een rit die oorspronkelijk 3.5 uur zou duren als je door de tunnel zou gaan zonder file. Nu was er op zich geen file bij de tunnel, maar ik wilde graag over de pass. Inmiddels hebben we in Italië en Zwitserland al zoveel tunnels gedaan, dat ik er een beetje klaar mee ben. En ik had gelezen over de oude weg die over de pass gaat. Die weg is nog met klinkertjes en wordt vrijwel niet meer gereden. Ja motorrijders doen hem nog, maar de meeste mensen die over de pass gaan doen de nieuwe pass route. Ik raad je aan om lekker de oude route te doen. Wanneer je vanaf Italië komt ga je bij Prato de snelweg af. Daar volg je de bordjes naar Airolo en hier kan je dan de pass op. Volg de bordjes Grand Tour en je komt op de oude weg. Omdat deze enorm rustig is kan je overal stoppen waar je wilt en van het uitzicht genieten of een foto schieten. En het uitzicht is echt prachtig. Je komt ook langs diverse watervallen. Eenmaal boven. Dit kost je ongeveer 20 minuten sta je op de top van de Gotthard. Er zijn wat eetgelegenheden, maar het is nog steeds Zwitserland, dus ontzettend duur. Wat me overigens wel op viel als je van de snelweg af gaat is tanken in Zwitserland goedkoper dan in Italië. Op de snelweg is het wel heel duur. We volgen ook het klinkerpad naar beneden, maar helaas stopt dat al snel en kom je toch weer op de gewone nieuwe weg. Eenmaal terug op de snelweg stoppen we bij het eerste tankstation voor een snelle lunch en dan rijden we de 3 uur door naar Straatsburg.

We hebben gekozen voor een hotel buiten de stad. Straatsburg kent ook de milieuzone, dus je mag de stad niet in zonder sticker. Het hotel waar we slapen ligt in het zakencentrum van Europa en in de buurt van de snelweg. Voordeel hiervan is dat je de P+R kan gebruiken. Je parkeert de auto en kunt vervolgens met de bus naar de stad, veel goedkoper dan losse kaartjes. 1 auto is goed voor 7 personen en kost je dan maar €4,10. Terwijl een los kaartje met de bus naar de stad rond de €6,- per persoon kost. Geen gedoe met het parkeren van de auto in de stad, want de bus zet je ook nog eens bij het centraal station af.

We lopen het centrum in en je ziet gelijk allemaal leuke Duitse vakwerkhuisjes. Eerst naar de grote imposante kathedraal. Ze zeggen wel de Notre Dame van Straatsburg. Ik denk zelfs dat ik deze van de buitenkant mooier vind. Het is echt een leuk centrum, waar je waarschijnlijk ook goed kan shoppen, maar daar hebben wij geen tijd voor. We gaan op zoek naar de wijk Little France. Want hier staan nog veel meer van die mooie vakwerkhuisjes. Veel van deze huisjes zijn nu ingericht als restaurantjes. En we zoeken er een uit voor het diner. Een gezellige afsluiter van 5 mooie weken met z’n allen. De Den Haantjes rijden vandaag in 1x naar Nederland en wij hoefden maar 3 uur naar Redu. Wij blijven hier bij opa nog lekker 2 nachtjes voor we zondag weer in Nederland zijn. En als we daar dan zijn hebben we zo’n 6000 km gereden deze afgelopen weken. Heel veel van het mooie Italië gezien en weer een ervaring rijker.

Laat jouw reis door Italië regelen door de Reisverrijker!

 

Heb je nog vragen? Stel ze gerust in onderstaand formulier, dan neem ik snel contact met je op.