Drakensbergen en de Sani Pass
De langste rit van de vakantie. We vertrekken om half acht en komen uiteindelijk aan om drie uur. Onderweg maken we een stop bij de Howick Falls, niet heel bijzonder. Hier lunchen we even, want inmiddels is het al na twaalven en we moeten nog twee uur voor we op de bestemming zijn. De laatste vijfentwintig kilometer gaat over een smalle weg. We wanen ons een beetje in Amerika met die mooie bergen. De route is echt prachtig. We rijden wel vaak langs bermbrandjes, die bewust worden aangestoken. Reden: de grond wordt weer opnieuw vruchtbaar, zorgt dat de spontane branden (door sigarettenpeuken) niet vrij baan hebben en er is erg veel last van teken die door het vuur en de rook worden verdelgd.
Om kwart voor negen moeten we ons melden in Underberg, hier stappen we over op 4×4 jeeps met chauffeur om de Sani Pass op te gaan. Het is helemaal helder en we hebben weer zo’n geluk. Gisteren nog heel erg bewolkt en was er veel last van de rook van de branden. We zijn zwaar aangekleed, want ons is verteld dat het heel erg koud is in de winter, dus vier laagjes aan. De laagjes gaan heel snel uit, want het is warmer dan verwacht. De rit naar boven is fenomenaal, wat een uitzichten, wat een steile weg en wat een goede stuurkunsten van onze chauffeur. We stoppen op meerdere plekken en mogen er even uit om wat foto’s te schieten. Je blijft foto’s maken. Dan de grens over met Lesotho en weer een stempel extra gescoord. We rijden tot aan het eerst dorp en krijgen daar een uitleg over de manier van leven, kopen nog een duur souvenir en dat doen we maar al te graag als we zien hoe deze mensen leven. Een kwartier terug rijden en we zijn bij de hoogste pub van Afrika. Hier gaan we lunchen, foto’s maken en even genieten van het moment dat wij hier mogen zijn. De weg terug is een grotere uitdaging. Maar ook hier stuurt onze chauffeur zich weer heldhaftig doorheen. Aan het einde van deze superdag duiken de kids nog even het verwarmde zwembad in.