van Tropea naar Ceglie Messapica
Gisteren zijn we weer in de auto gestapt om onze rondreis te vervolgen. Na een heerlijk weekje aan de kust van Calabrië, is het tijd om naar de andere kust van Italië te reizen, om vanaf daar weer langzaam omhoog naar Nederland te gaan. Maar zover is het gelukkig nog niet.
We zijn op tijd vertrokken, want de wegen van Tropea naar Ceglie Messapica zijn nog steeds smal en er is geen snelweg. Het kost dus even tijd om de korte afstanden te rijden. De route gaat een heel eind langs de kust, die wij niet echt spectaculair vinden. De zee ziet er mooi uit, maar er is onderweg veel industrie en je merkt toch wel dat de mensen hier armer zijn (aan de staat van de huizen). Er ligt jammer genoeg ook veel vuil langs de weg, zowel in Calabrië als in Apulië.
Helaas kende zowel de Tomtom als Google Maps de locatie niet, ze stuurden ons allebei ergens anders heen, maar gelukkig hadden we bij de vouchers nog een ouderwetse papieren routebeschrijving gekregen. En de locatie dus gevonden.
We slapen weer in een heel mooie klein complex met een heerlijk zwembad en aardige eigenaren. Zelfs als de airco het niet doet, gaan ze hem om half 12 ’s avonds nog op het dak voor je maken.
We gaan dineren in het dorpje en worden verrast door de enorme drukte. Het is nog lastig een parkeerplek te vinden. Wat blijkt, er is dit weekend een enorm groot food festival, super leuk, allemaal kraampjes en veel mensen op de been.
Ons plan voor deze zondag is om eerst de typische dorpjes met trulli te bezoeken, dat is waar deze regio om bekend staat (witte huisjes met puntdaken). We rijden in een half uurtje eerst naar Martina Franca een wit bergdorp met heerlijke geplaveide (gladde) straatjes, schitterende luiken, mooie Franse balkonnetjes. Echt statige mooie barokke gebouwen. Onderweg naar dit dorp komen we de leuke trulli’s al tegen. We zijn vroeg en het is er nog niet heel erg druk, mooi om foto’s te maken dus. Daarna gaan we door naar Alberobello het echte trullidorp. Houdt er wel rekening mee dat het hier heel erg toeristisch is. Parkeren is overal betaald, maar er is voldoende plek, daar is voor gezorgd. Je kunt er namelijk op privé terrein voor €6,- parkeren. Dit stukje historische dorp (volg niet de borden ‘centrum’, want dan kom je niet in het goede gedeelte) bestaat alleen uit trulli. De huisjes worden nu gebruikt voor toeristenwinkels, maar ook als restaurantjes. Je kunt hier rustig een uurtje of 2 rondlopen. Maar een foto maken, waar geen andere mensen op staan, is vrijwel niet mogelijk. Ondanks de drukte mag je dit dorp niet missen. Je kunt hier overigens ook lekker en betaalbaar lunchen.
Na ons bezoekje aan deze twee dorpjes, zoeken we nog even de kust op om de zandstranden te zien, want tot nu toe heeft alles in Italië nog kiezels gehad. Even afkoelen is er niet bij, want het water is gewoon warm. Maar wel lekker zand en het loopt heel langzaam af, wat dus weer fijn is voor mensen met kleine kinderen.
Een geslaagde dag en op naar de laatste dag van het food festival, in ons eigen dorpje.
Tip: Hier in Apulië houdt men zich nog erg aan de siesta’s, dit houdt in dat er niemand op straat is tussen 14-17 uur, en ook alle winkels en restaurants gesloten zijn. Het leven begint pas weer rond 18 uur.