Yosemite National Park
We worden wakker is onze villa en gaan lekker uitgebreid ontbijten. Wafeltjes, eitje, geroosterd brood. Fruit en een jus d’orange. Om 8 uur vertrekken we richting Yosemite Village, we weten niet precies hoe lang het rijden is omdat we aan het begin van het park zitten. Het blijkt een uur te zijn. En ze zijn in het park bezig met allemaal wegwerkzaamheden, dus de heleboel staat op z’n kop. We stoppen eerst bij Bridalveil Falls. Deze kant van het park staat vroeg in de ochtend in de schaduw. Even rekening mee houden als je foto’s met een zonnetje wilt. Omdat het voorjaar is komt er een enorme plons water naar beneden. Toen ik hier vorige keer was, was het echt een heel klein straaltje (dat was in september). Er zijn veel watervallen in het park en voor allemaal geldt, in het voorjaar zijn ze het mooist.
Na deze waterval rijden we door naar de Swinging Bridge. We hebben geluk dat we nog een parkeerplekje hebben, omdat er net iemand wegrijdt. Het wordt al druk in het park en de wegwerkzaamheden maken het er niet beter op, omdat een groot deel van de parkeerplaatsen al niet meer bereikbaar is.
We passen ons plan aan door de werkzaamheden en rijden eerst naar de parking voor de wandeling Mirror Lake. Ook hier hebben we weer geluk en kunnen nog net parkeren. We nemen de shuttle naar stop 17 en daar begint onze wandeling. Maar voor die tijd krijgen we nog wat info van een ranger over de tocht voor morgen. Hij geeft ons de tip om de auto te laten staan en alleen nog maar gebruik te maken van de transferbussen. Een slimme tip dachten wij. In zekere zin ja, want de bussen rijden hier niet zo frequent.
De wandeling langs de rivier naar Mirror Lake is erg mooi. Redelijk plat, dus goed te doen. Eenmaal bij het meer blijkt dat geen meer te zijn, maar een iets breder stuk rivier. En helaas kunnen we de Mirror dus niet echt ontdekken. Maar goed, de omgeving is prachtig, dus we laten ons er niet van weerhouden. We picknicken bij het meer, voordat we weer teruglopen. Met de bus gaan we naar het Vistor Center, waar de jongens hun tweede junior programma doen, voor de badge van Yosemite.
De laatste stop vandaag wordt de Lower Yosemite Falls. Een waterval die uit drie delen bestaat. Als je hier beneden loopt word je lekker nat. Maar wat een kracht heeft dat water, machtig om te horen. We missen net de bus en helaas duurt het ruim 45 minuten voor de volgende komt. Dan is het nog een uur terugrijden naar ons huis.
We zetten een wekker, want we hebben een grote wandeling voor de boeg en willen de drukte voor zijn. Om 7 uur zitten we dan ook in de auto, na een snel ontbijt, en rijden in een uur naar de parkeerplaats van de vorige dag. Daar is het nog lekker rustig. We gaan vandaag een stuk van de Mistral lopen, die ons leidt naar de top van de Vernall Fall en lopen nog een stukje door naar de onderkant van de Nevada Fall. Daar draaien we om en gaan terug via de John Muir Trail.
De klim naar boven is steil en voor een deel heel nat. Maar heel goed te doen. Zeker als je vroeg bent en alle ruimte hebt om de grote rotsblokken omhoog te klimmen. We zijn dan ook binnen een uur boven. Waar we even uitrusten en onze kleren in de zon laten opdrogen. De klim gaat door langs de rivier tot aan de onderkant van de Nevada Fall. Nog zo’n immense watermassa die naar beneden stort. We moeten een stukje teruglopen om vervolgens de klim te maken naar de John Muir Trail. Toch nog een langere klim dan we dachten. Eenmaal op het punt waar we naar beneden gaan, komen we steeds meer mensen tegen die via deze kant omhoog gaan. Niet slim vinden wij. Je moet veel langer omhoogklimmen en als je terug langs de waterval gaat, heb je hem steeds in je rug en zie je niets van dat mooie gedonder. Daarnaast heeft omhoog lopend verkeer altijd voorrang. Je moet hele ongelijke stappen maken en terug is dat echt een stuk zwaarder dan omhoog.
Ik vond deze wandeling echt overweldigend, hoewel je een goede conditie nodig hebt. De natuur en rust zijn enorm. Het enige geluid is van vogels, er zijn salamanders die weg roetsjen en dan vooral het enorme gebulder van het water.
We kregen de vorige dag van de ranger ook de tip om een stok mee te nemen en die hebben we gisteren bij ons huis in het bos gezocht. En inderdaad, dat was een hele fijne tip, die stok heeft ons door die 4.5 uur durende wandeling geholpen. Bij de auto smeren we weer een broodje en drinken bij, al hadden we voor de wandeling ook al genoeg water meegenomen. Want dat is geen overbodige luxe.
Nu hebben we nog één missie en dat is naar Glacier Point. De weg is al open na de winterstop, omdat er de afgelopen winter niet zo veel sneeuw is gevallen. Helaas is de Tioga Pass nog niet open, want die wilden we graag rijden. Maar dat gaat nog wel even duren, staat op de borden, ondanks dat de sneeuw al weggeschoven is. Er is nog veel reparatiewerk te verrichten. Glacier point is voor ons op de terugweg naar huis. Halverwege moeten we een afslag nemen die de bergen in gaat. De weg is 16 mile voordat we bij Glacier point zijn. We stoppen eerst bij Wahsburn Point. Achteraf vinden we dit een mooier uitzichtpunt. Maar je kunt hier niet naar de Village kijken. Het is dus zeker de moeite waard om bij beide te gaan kijken.
Moe maar voldaan rijden we weer terug naar ons huis.
Tip: ga je in de zomer, als de Tioga open is, zorg dan dat je zeker drie volle dagen voor het park hebt om alle hoogtepunten te zien, maar ook om veel mooie wandelingen te doen.